Herijking PRS en PRV
In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (PRS) zijn de ruimtelijke ambities van de provincie weergegeven. Dit vormt een belangrijke (ruimtelijke) basis voor een aantrekkelijke provincie, waarin het ook in de toekomst plezierig wonen, werken en recreëren is. De doorwerking richting vooral gemeentelijke ruimtelijke plannen loopt via de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 (PRV).
Voor het ruimtelijk beleid, de regels en programmering van m.n. stedelijke opgaven is afgesproken dat dit vierjaarlijks herijkt wordt. Het actualiseren van programmering (bijvoorbeeld op het gebied van wonen en werken), nieuwe maatschappelijke opgaven (bijvoorbeeld energietransitie), én andere beleidsaccenten in het Coalitieakkoord 2015-2019 maken een dergelijke herijking zinvol. Met de Kadernotitie Start Herijking PRS en PRV hebben PS eind 2015 richtinggevende keuzes vastgelegd over inhoud en proces. Met dit kader hebben wij in 2016 de herijking vorm en inhoud gegeven. Hierbij zijn de in 2013 vastgelegde lange termijn visie en sturingsfilosofie als vaste basis gehanteerd. Wij hebben onder andere gemeenten betrokken bij deze herijking. Daarnaast hebben we via twee grote bijeenkomsten (het grote verbindingsdebat binnenstedelijke ontwikkeling, netwerkbijeenkomst landelijk gebied) iedereen de mogelijkheid gegeven om mee te denken en mee te praten.
De herijkte PRS en PRV zijn op 12 december 2016 vastgesteld door PS.
Inhoudelijk zijn bij de herijking van de PRS en PRV de stedelijke programma’s opnieuw kritisch bekeken en hebben we ons beleid voor diverse ontwikkelingen, zoals rondom energietransitie, kantoren, detailhandel en landbouw, tegen het licht gehouden. Hiermee zijn het ruimtelijk beleid, de ruimtelijke programmering en de ruimtelijke regels weer actueel. In de herijking van de PRS hebben we ook uitnodigingsplanologie verder vorm gegeven. Samen met deze partners gaan we invulling geven aan deze ‘experimenteerruimte’ uit de PRS.
In de herijking van de PRS en PRV is rekening gehouden met de komende Omgevingswet, zowel door voor te sorteren op opname in de komende Omgevingsvisie, als door meer ruimte te bieden voor initiatieven vanuit gebieden via een experimenteerregeling.
Implementatie Omgevingswet
In het fysieke domein gaat de komende jaren binnen de overheid veel veranderen door de komst van de Omgevingswet (naar verwachting in 2020). Voor de provincie heeft dit aanzienlijke gevolgen voor alle kerntaken en begrotingsprogramma’s. De Omgevingswet past niet alleen beleid en instrumentarium aan, maar ook de manier van werken. Eind 2014 hebben PS de procesnotitie Omgevingswet vastgesteld over de invoering en onze voorbereiding. Om de wet succesvol in te voeren moet de provincie:
- Alle strategische plannen integreren in 1 omgevingsvisie
- De huidige ruim 100 verordeningen integreren in 1 provinciale verordening
- Het vergunningverlening-, toezicht- en handhavingsproces aanpassen bij provincie en RUD Utrecht
- Aansluiten op 1 landelijk digitaal loket voor vergunningen/meldingen, informatie en beleidsdocumenten
- De manier van werken doorontwikkelen
In 2016 zijn belangrijke stappen gezet in de voorbereidingen om te komen tot bovenstaande doelen. Een belangrijke mijlpaal was de Utrechtse Omgevingswetdag in november 2016, voorbereid door Utrechtse gemeenten, waterschappen, omgevingsdiensten en de provincie. Het resultaat was een drukbezochte en energieke dag waarop de Utrechtse overheden bespraken hoe zij samen de invoering van de Omgevingswet tot een succes kunnen maken. Met deze dag is een startsein gegeven voor de samenwerking van de ketenpartners bij de Omgevingswet.
In de zomer zijn de Algemene Maatregelen van Bestuur (AmvB’s) behorende bij de Omgevingswet voorgelegd voor consultatie. Deze AmvB’s geven ons belangrijke inzichten in de gevolgen van de wet voor de provincie. We hebben een stevige bijdrage geleverd aan het opstellen van een IPO-reactie op de AmvB’s; de reactie had het doel effectief en efficiënt werkende provinciale instrumenten te krijgen onder de Omgevingswet.
Daarnaast zijn in 2016 investeringen in onze ICT gedaan die de provincie moet doen om aan te kunnen sluiten op het landelijke digitale loket. En zijn de gesprekken opgestart met alle betrokken overheden om te verkennen welke aanpassingen nodig zijn in het proces van vergunningverlening, toezicht en handhaving. De RUD Utrecht en ODRU zijn hier vanzelfsprekend nauw bij betrokken.
Beleidskader Binnenstedelijke Ontwikkeling
Het realiseren van binnenstedelijke opgaven is vaak complex. We hebben goede resultaten behaald met het programma Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling (WBO). Het coalitieakkoord heeft de ambitie uitgesproken de binnenstedelijke opgave integraler te willen benaderen. Daarom is in 2016 de Kadernota Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling herijkt en verbreed en is het Beleidskader Binnenstedelijke Ontwikkeling opgesteld. Mede ten behoeve van dit nieuw op te stellen beleidskader hebben we op 18 februari 2016 ‘Het grote verbindingsdebat Binnenstedelijke Ontwikkeling’ georganiseerd voor en met al onze samenwerkingspartners. Daarin stonden 10 binnenstedelijke thema’s centraal, zoals wonen, energietransitie, leegstand, aantrekkelijke centrumgebieden en stedelijke bereikbaarheid.
In mei hebben de Staten een BOB-traject woningmarkt gestart. Dit traject heeft input opgeleverd voor het nieuwe beleidskader en uitvoeringsprogramma (BO). De doorlooptijd van dit traject heeft wel geleid tot later vaststellen van het nieuwe beleidskader: 15 december 2016 is het vastgesteld door PS. Het nieuwe beleidskader geeft aan dat er vanuit een vastgoedopgave (wonen, werken, winkelen) een aanleiding moet zijn voor inzet vanuit de provincie, waarbij onze provinciale rol stimulerend en verbindend is. In samenwerking met onze partners (gemeenten, marktpartijen, corporatie) zorgen we voor versnelling, optimalisering en realisatie van projecten. Onze partners zijn altijd projecteigenaar en als provincie kunnen we ondersteuning bieden. Daarbij focussen we ons enerzijds op “verbinden in gebieden’, waarbij we mobiliteit en energietransitie altijd meekoppelen, en anderzijds op verbinding op thema. Mede naar aanleiding van het BOB-traject en de PS-behandeling is ‘knelpunten op de woningmarkt ‘ een belangrijk thema dat wordt opgepakt.
Uitvoeringsprogramma Binnenstedelijke Ontwikkeling
Het nieuwe Uitvoeringsprogramma Binnenstedelijke Ontwikkeling gaat uitvoering geven aan het beleidskader BO. Omdat het nieuwe Beleidskader pas in december is vastgesteld, is het nieuwe uitvoeringsprogramma nog niet vastgesteld en de looptijd van het huidige Uitvoeringsprogramma Binnenstedelijke Ontwikkeling verlengd. Wel zien we al een verandering in onze werkwijze: een integrale aanpak in gebiedsontwikkeling is gemeengoed aan het worden, met aandacht voor OV en mobiliteit. Ook de aandacht voor energie en duurzaamheid is geïntensiveerd (zie ook programma 4 Versterken Energietransitie). Vanuit het lopende programma zijn diverse projecten ondersteund (versnelling woningbouw o.a. met garantstellingen, vernieuwend opdrachtgeverschap). Samenwerkingsovereenkomsten met focusgemeenten die een belangrijke basis waren voor het oude programma Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling, zijn afgerond. Het nieuwe programma staat open voor samenwerking met alle Utrechtse gemeenten.
Begeleiding gemeentelijke plannen
In 2016 zijn door gemeenten 414 plannen voor reactie aan ons voorgelegd of vastgesteld. Hierbij waren 199 ontwerp-bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen, waartegen wij in 7 gevallen een zienswijze hebben ingediend. Dit valt binnen de 5%, die bij de begroting voor 2016 als prestatie-indicator geldt. Bij 4 plannen is de provinciale inzet naar tevredenheid door de gemeente verwerkt, terwijl wij bij de overige plannen mogelijk een reactieve aanwijzing gaan geven.
Tegen vastgestelde bestemmingsplannen zijn door ons geen aanwijzingen gegeven of beroepen ingediend.
Bestemmingsplan Het Klooster in Nieuwegein vastgesteld. Monumentale waarden NHW en Beatrixsluis geborgd na intensief overleg en ingediende zienswijze.
Ruimtelijke agenda's gemeenten
In 2016 hebben we met gemeenten de laatste ruimtelijke agenda’s opgesteld met de belangrijkste ruimtelijke opgaven, waarin we gezamenlijk optrekken. Met de stad Utrecht hebben we samenwerkingsafspraken geformuleerd, die binnenkort bestuurlijk bekrachtigd worden.
Daarnaast hebben we ons meer gericht op de uitvoering van de ontwikkelopgaven. Vaak zijn dit langdurige processen, waarbij ook andere (gebieds)partijen betrokken zijn. Toch zijn er inmiddels tal van opgaven (en daarmee gezamenlijke doelen en ambities) gerealiseerd (zoals kernrandzonevisies, regionaal woononderzoek, verkenning duurzame energie en ontwikkeling cultuurhistorische waardenkaarten).
Daarnaast is van de meeste agenda’s vorig jaar de voortgang besproken, inclusief toevoeging/afronding van opgaven. Dit past bij de gewenste dynamiek, omdat zo beleidsontwikkelingen en gezamenlijk gedragen, maatschappelijke trends een plek krijgen.
Na een startfase ontstaat nu ook breed het beeld, dat de nieuwe werkwijze via de ruimtelijke agenda’s uitnodigt tot betere samenwerking met gemeenten en tot goede, strategische gesprekken over ruimtelijke vraagstukken en dilemma’s.
Participatieavond kernrandzonevisie Goyergracht gemeente Eemnes
Inpassingsplannen
Met het opstellen van inpassingsplannen geven wij actief uitvoering aan de borging of realisering van provinciale ruimtelijke belangen. In 2016 waren vier inpassingsplannen in voorbereiding/procedure:
- Schutterhoeflaan (Leusden). Dit betreft de reconstructie van de wegaansluiting Arnhemseweg (N226) - Schutterhoeflaan.
- Geluidswal Veldhuizen (Woerden). Met de uitspraak van de Raad van State is het inpassingsplan onherroepelijk geworden. Op basis hiervan wordt nu een (landschappelijk ingepast en duurzaam) ontwerp uitgewerkt voor een geluidswal langs de A12 ten behoeve van de woonwijk Veldhuizen in de gemeente Utrecht.
- Landgoed Prattenburg (Rhenen, Veenendaal). Op 12 december 2016 is het inpassingsplan door PS vastgesteld. De beroepstermijn, en mogelijk procedure bij de Raad van State, loopt in 2017. Met het inpassingsplan wordt een duurzame ontwikkeling van het landgoed planologisch-juridisch mogelijk gemaakt.
- Kantoren (gehele provincie). Over het voorontwerp is inspraak en vooroverleg geweest en hebben ook de hoorzittingen, waarbij PS de betrokken gemeenteraden horen, plaatsgevonden. Met het inpassingsplan wordt planologische overcapaciteit voor nieuwe kantoren gereduceerd, zodat de leegstand van bestaande kantoren wordt tegengegaan (zie ook programma 4 Economische ontwikkeling).
Inpassingsplan Landgoed Prattenburg vastgesteld
Integraal Gebiedsontwikkelingsprogramma (IGP 2012-2019)
Met het Integraal Gebiedsontwikkelingsprogramma 2012-2019 (IGP) zet de provincie in op de realisatie van gebiedsontwikkelingsprojecten met meerdere provinciale beleidsdoelen, zoals woningbouw, kantoren, bereikbaarheid, recreatie en natuur. Met het IGP stimuleren wij een integrale benadering van gebiedsontwikkeling, met brede bestuurlijke insteek. Dit kan door investeringsbudget in te zetten, maar vaak kunnen we al door procesgeld beschikbaar te stellen verbindingen leggen tussen doelen en ambities vanuit meerdere invalshoeken.
PS hebben in 2016 voor 3 projecten (N411 Utrecht-Bunnik, Park Vliegbasis Soesterberg, Mooi Rijnhuizen in Nieuwegein) realisatieplannen vastgesteld en daarmee investeringsgeld beschikbaar gesteld. We hebben ons in 2016 (nog) meer gericht op de provincie Utrecht als TOPregio en de nadruk gelegd op het verbindend proces. Daarbij is procesgeld ingezet voor de projecten: Hart van de Heuvelrug/Park Vliegbasis Soesterberg, Utrecht-Oost/Science park, Hollandse IJssel, Marinierskazerne, A12-zone en Amelisweerd-Vechten-Rhijnauwen. In totaal hebben wij 11 projecten ondersteund. De projectenlijst van het IGP is dynamisch en speelt voortdurend in op unieke en soms onvoorziene kansen.
Marinierskazerne Doorn
Het militair gebruik van de Marinierskazerne (Van Braam Houckgeestkazerne) in Doorn wordt naar verwachting rond 2021 beëindigd. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), de gemeente Utrechtse Heuvelrug en de provincie Utrecht zoeken samen naar nieuwe bestemmingen. De toekomstige herontwikkeling van dit gebied is een unieke gebiedsontwikkeling: grootschalig, op de overgang van dorp naar bosgebied, met deels kenmerkende bebouwing en een waardevol bosgebied. RVB, gemeente en provincie hebben in juli 2015 een intentieovereenkomst afgesloten om hierin samen op te trekken. In 2016 is het proces uitgestippeld en een participatieplan vastgesteld. Eind 2017 zal het ontwikkelkader klaar zijn. Het IGP is betrokken bij dit project en ondersteunt het met procesgeld.
Mooi Rijnhuizen
Rijnhuizen in de gemeente Nieuwegein is één van de grootste en meest kansrijke gebieden voor grootschalige binnenstedelijke gebiedstransformatie in onze provincie. Vanuit de aanpak kantorenleegstand ondersteunt de provincie de gemeente en de gebiedspartners. Het gebied kent een verouderd kantorenbestand en veel leegstand. Tegelijk zijn er mogelijkheden voor transformatie naar o.a. woningbouw (in totaal maximaal 1500 woningen) en zijn er koppelingskansen met groen-blauwe structuren, bereikbaarheid en cultuurhistorie. Het FINC (netwerk Financiële Innovatieve Constructies) van programma Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling heeft een innovatief voorstel gedaan: met de vorming van een ‘revolverend fonds’ kan het proces van transformatie op gang gebracht worden door investeringen in de openbare ruimte. Private partijen, gemeente Nieuwegein en provincie vullen samen dit fonds. De provincie levert deze bijdrage vanuit zowel programma WBO als IGP. Deze ‘voorinvestering’ wordt vervolgens terugverdiend door de transformatie- en nieuwbouwprojecten van de private partijen. Een voorbeeld van innovatieve gebiedsontwikkeling.
N411 Utrecht – Bunnik
De N411 moet worden aangepakt om de verkeersveiligheid te verbeteren. Tegelijk is dit een bijzonder gebied met hoge ecologische, landschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve waarden. Vanuit het IGP wordt €1 miljoen geïnvesteerd in een goede ruimtelijke inpassing, waaronder de aankoop en inrichting van een deel Nationaal Natuurnetwerk (NNN, voorheen EHS) en faunapassage, aanleg van het bunkerpad, inrichting van de recreatieve brink bij Vechten en laanbeplanting. Op deze wijze worden de investeringen in de verbetering van de verkeersveiligheid gecombineerd met een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
Innovatieprogramma Fysieke Leefomgeving (IFL 2016-2019)
In de evaluatie van het Ruimtelijk ActieProgramma 2012-2015 hebben we samen met partners geconstateerd dat maatschappelijke vraagstukken steeds vaker vragen om integrale aanpak en nieuwe rolkeuzes.
Het RAP is daarom opgevolgd door het Innovatieprogramma Fysieke Leefomgeving (IFL). Dit programma richt zich op vernieuwing van het ruimtelijke instrumentarium, rollen en werkwijzen om straks onder de Omgevingswet effectief te kunnen werken. In dit programma ligt de nadruk op het 'hoe'. Het programmaplan is in juni 2016 vastgesteld. Het heeft als centrale elementen: durven experimenteren, integraal aanpakken en vernieuwend samenwerken in het fysieke domein. Het richt zich op een aantal urgente maatschappelijke opgaven, die een impuls krijgen door experimenten op te zetten met onze mede-overheden, belanghebbenden en initiatiefrijke inwoners/bedrijven.
In de tweede helft van 2016 hebben de eerste experimenten vorm gekregen. Zo wordt samen met een jonge agrariër in het Westelijk Veenweidegebied gezocht naar verdienmodellen voor een duurzamer bedrijfsvoering met minder bodemdaling. Voor een van onze provinciale wegen, de Wegh der Weegen, faciliteren wij een stichting van betrokken omwonenden om, samen met de andere belanghebbenden uit de omgeving, een streefbeeld voor ontwikkeling, beheer en onderhoud van de weg te maken - een taak die tot nog toe door ons en de betrokken gemeenten binnenshuis werd opgepakt. Het Landschapscafé Klimaatadaptatie heeft ertoe geleid dat we een ontwerpend onderzoek voor een klimaatadaptiever Merwedekanaalzone hebben geïnitieerd. Dit ontwerpend onderzoek biedt diverse scenario’s aan betrokken partijen voor een klimaatbestendiger inrichting van het gebied. Drie studenten van de Hogeschool Utrecht hebben zich op ons verzoek over de bereikbaarheid van het USP gebogen. Hun prikkelende advisering (USP: van hutspot naar hotspot; Bunnik: stap uit het boiling frog syndroom en grijp je kansen!) geeft kleuring, inspiratie en nuttige aanbevelingen voor de samenwerking met onze partners in het gebied. Wij merken dat met deze werkwijzen er een andere dialoog ontstaat met de direct betrokken burgers en initiatiefnemers. Dit doet ook appèl aan 'co-eigenaarschap' waarin ieder vanuit eigen verantwoordelijkheid en belang meewerkt aan innovatieve oplossingen.
Ruimtelijke Kwaliteit
In bestaande situaties én bij nieuwe ontwikkelingen besteden wij aandacht aan de toegevoegde ruimtelijke kwaliteit. We kijken dan zowel naar belevingswaarde, gebruikswaarde als toekomstwaarde. Daarom organiseerden wij in 2016 onder andere de volgende specifieke inzet: de onafhankelijk adviseur Paul Roncken adviseert, stimuleert en verbindt partijen bij het behouden en verbeteren van de kwaliteit van ons vestigingsklimaat; de Provinciale Commissie Leefomgeving adviseert GS en PS vanuit een breed scala van expertise en inzet over de grotere maatschappelijke opgaven; in juni hebben we een Landschapscafé georganiseerd over klimaat-adaptief ontwikkelen en de provincie is actief in diverse kwaliteitsteams (voor knooppunt Hoevelaken, Ring Utrecht, Verbreding Lekkanaal en in de nieuw opgerichte kwaliteitsteams voor Dijkversterking en de Nieuwe Hollandse Waterlinie). Kwaliteitsteams komen steeds sterker op als middel om de kwaliteit van het vestigingsklimaat te borgen en te versterken bij grote maatschappelijke opgaven.
Een belangrijk onderdeel van Binnenstedelijke Ontwikkeling is de transformatie van leegstaande plekken naar plekken die kwaliteit toevoegen aan de stad of het dorp. Plekken waar graag gewoond en gewerkt wordt. Met het beperken van nieuwbouwmogelijkheden voor kantoren en detailhandel wordt de bereidheid van marktpartijen (en gemeenten) om te investeren in bestaande (lege) plekken groter. De provincie ondersteunt deze transformatie van panden en gebieden met daarin ook aandacht voor openbare ruimte. Met de middelen vanuit het bestaande programma Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling is afgelopen jaar in vrijwel alle ‘kantoorgemeenten’ ondersteuning geleverd. Een succesvolle werkwijze daarin is het werken met 'kansenkaarten' samen met partijen in het gebied. In Amersfoort, Leusden, Nieuwegein, Houten, Stichtse Vecht en Woerden pakt de gemeente met initiatieven in de markt vervolgens hierop door.
- Leusden De Horst: subsidieverstrekking in september voor inhuur externe projectleider waarmee het gebied wordt gereactiveerd, zodat er weer een duurzaam en vitaal bedrijfspark ontstaat
- Leusden Princenhof: in samenwerking met OMU gekomen tot planvorming voor transformatie naar woningen van 2 gebouwen in het gebied.
- Amersfoort De Hoef: in november 2016 is de structuurvisie gemaakt die voortbouwt op de kansenkaarten
- Amersfoort Stationsgebied: najaar 2016 aankoop beeldbepalend gebouw voor het gebied door de gemeente om te transformeren. Hierin hebben wij oplossingen geboden aan Amersfoort om gebouw te kopen. Aan de stadsring hebben we een transformatie naar woningen mogelijk met een garantstelling.
- Amersfoort, Zonnehof: In de Samenwerkingsagenda met Amersfoort is De Zonnehof één van de focusgebieden. In een intensief participatietraject heeft de gemeente Amersfoort plannen ontwikkeld voor de transformatie van de openbare ruimte en het vastgoed. In 2016 is met ondersteuning van de provincie o.a. door een cpo-groep de oude bibliotheek gekocht en is gestart met de transformatie naar 25 appartementen
- Houten: vaststelling Kantorenstrategie op 20 december 2016. Deze strategie bouwt voort op de kansenkaarten.
- Stichtse Vecht: Planetenbaan start transformatie van kantoorgebouw naar wonen zomer 2016 met inzet van de OMU.
- Nieuwegein: vaststelling gebiedsfonds Rijnhuizen najaar 2016 met bijdrage vanuit de provincie.
Kennisuitwisseling en delen van ervaringen dragen bij aan versnelling en ondersteuning van de transformatieopgave. Het Platform Aanpak Kantoren Transformatie (PAKT) is een door betrokken partijen breed gewaardeerd platform. In de bijeenkomst van december 2016 is daar de gezamenlijk met alle partijen opgezette leegstandsmonitor voor kantoren gepresenteerd.
De aanpak van leegstand in detailhandel is in ontwikkeling (zie programma 4 aanpak leegstand). De transformatie van leegstaande winkels en centrumgebieden wordt uitgevoerd in het programma Binnenstedelijke Ontwikkeling. Aangezien zowel het nieuwe uitvoeringsprogramma als het retailbeleid nog niet zijn vastgesteld is in eerste instantie als pilot een start gemaakt met ondersteuning van transformatie van een centrumgebied in drie gemeenten.