tabel 4 Algemene dekkingsmiddelen en stelposten (x € 1.000)

Algemene dekkingsmiddelen en stelposten

Rekening 2015

Oorspronkelijke Begroting 2016

Begroting na wijziging

Rekening 2016

Verschil

Treasuryactiviteiten

9.947-

5.984-

7.928-

7.517-

411-

Dividenden

50-

100-

100-

90-

10-

Treasury resultaat

9.997-

6.084-

8.028-

7.606-

422-

Uitkering provinciefonds

38.638-

30.972-

33.117-

33.520-

403

Opcenten motorrijtuigenbelasting

115.302-

115.948-

116.500-

115.179-

1.321-

Renteopbrengst van investeringen

2.972-

200-

629-

637-

8

Saldo overhead

950-

950

Overige dekkingsmiddelen

156.912-

147.120-

150.246-

150.285-

39

Algemene dekkingsmiddelen

166.909-

153.204-

158.274-

157.892-

382-

Onvoorzien

400

400

400

Loon- en prijscompensatie

1.523

Stelposten

1.923

400

400

Algemene dekkingsmiddelen en stelposten

166.909-

151.281-

157.874-

157.892-

18

Algemeen
Het resultaat op de algemene dekkingsmiddelen en stelposten is € 0,02 mln. positief. Dat wordt veroorzaakt door een  positief resultaat bij het saldo op de overhead en de uitkering op het provinciefonds. Daarnaast  is de opbrengst van de opcenten op de MRB van € 1,3 mln. lager en valt het treasuryresultaat lager uit.

Treasuryresultaat
De totale raming voor het treasuryresultaat was ruim € 7,9 mln. en er is hiervan  is totaal
ca. € 7,6 mln. gerealiseerd.

Uitkering Provinciefonds
De algemene uitkering uit het provinciefonds was volgens de decembercirculaire 2016 € 33,5 mln. De stijging komt door een bijstelling van het accres.

Opcenten op de MRB
In de Begroting 2016 is voor de opcenten een opbrengst geraamd van € 116,5 mln. (meicirculaire). Uit de eindejaarsopgave van de Belastingdienst blijkt nu dat de werkelijke opbrengst over het jaar 2016 € 115,2 mln. bedraagt. Deze lagere opbrengst is deels te verklaren door een wijziging van de Provinciewet. Vanaf 1 januari 2016 wordt namelijk een niet-ingezetene die onder de heffing van de motorrijtuigenbelasting valt, voor de heffing van de provinciale opcenten geacht te wonen in de provincie met het laagste aantal opcenten. Daarnaast hebben eind 2015 en in 2016 twee leasemaatschappijen die voorheen gevestigd waren in de provincie Utrecht gekozen voor een vestigingsplaats in een andere provincie. Omdat het hier om maatschappijen ging met een aanzienlijk wagenpark heeft dit gevolgen voor de opbrengst van de opcenten voor provincie Utrecht.

Saldo overhead
Het positieve saldo binnen de overhead wordt voornamelijk veroorzaakt op het gebied van ICT. In de periode 2014 – 2016 is focus gelegd op verstevigen van de samenwerking met de gemeente Utrecht op het gebied van ICT-Infra. In dit licht zijn de vervangingsinvesteringen van m.n. de server en storage-infrastructuur zolang mogelijk opgehouden. In 2016 is alleen voor de operationele continuïteit en voor de opstart van de vervangingsplannen een aantal uitgaven gedaan. Synergie op korte en middellange termijn op het gebied van gezamenlijke ICT-infrastructuur is echter nog niet voorzien, mede omdat de technische ICT-architectuur en de investeringsmomenten van de provincie Utrecht en de gemeente Utrecht uiteenlopen. Gebleken is dat ICT-infrastructuur van de gemeente Utrecht in 2014-2015 is vernieuwd en pas in 2018-2019 aan vervanging toe is, terwijl de provincie Utrecht gezien de problematiek op korte termijn grootschalige vervangingen moet doen. Daarnaast is gebleken dat de huidige (technische en applicatie) ICT-infrastructuur van de gemeente Utrecht nu geen invulling kan geven aan de beleidskaders voor Informatievoorziening van de provincie. Dit heeft ertoe geleidt dat de provincie in het derde kwartaal heeft besloten om het programma VIPU op te starten met als doel om de ICT-Infra van de provincie te vernieuwen. De plannen voor aanbestedingen zijn in opzet. Het grootste deel van de geraamde investeringen in 2016 is hierdoor doorgeschoven naar 2017 e.v..